Letterlijk wordt het woord vertaald als bloed. In de context van bedevaart verwijst het echter naar de straf die een muhrim (de persoon die de Ihram draagt voor Hajj of Umra) moet betalen als hij/zij opzettelijk/onopzettelijk een fout maakt, of als teken van dankbaarheid. Wanneer het woord 'dum' in het algemeen gebruikt wordt, verwijst het naar het offeren van een geit/schaap. Wanneer het echter gebruikt wordt voor een persoon die geslachtsgemeenschap heeft gepleegd na Wuquf-e-Arafah (tijdens Hajj) of Tawaf (ommegang) heeft uitgevoerd in een onreine toestand zoals janabat of menstruatie, dan moet de persoon een Buduna (koe of kameel) offeren. Al deze offers moeten binnen de grenzen van Mekka worden gebracht. Als de fout (volledige lijst staat vermeld in Janayat) niet van die aard is waardoor een geit/schaap geofferd moet worden, dan kan een fidya (liefdadigheid) gegeven worden.